Op een maandag ben ik in 's-Hertogenbosch en ga op bezoek bij het bedrijf Würth, waar een tentoonstelling van Karl Hurm een half jaar lang te zien is. Op internet heb ik hierover gelezen. Nieuwsgierig geworden ga ik er een kijkje nemen. De toegang is vrij en ik word vriendelijk ontvangen door een gastvrouw die mij uitleg geeft over de kunstenaar, het bedrijf Würth en de gelijknamige kunstcollectie.Als kunstliefhebber verzamelde Würth ruim twintigduizend kunstwerken. Topstukken van kunstenaars uit de late middeleeuwen, de negentiende en detwintigste eeuw zijn een onderdeel van de collectie. Te zien in eigen musea en kunstlocaties in Europa.
Hurm was de zevende in de kinderrij met zes zussen boven hem en een na hem. Als enige jongen in het gezin zette hij het bedrijf van zijn ouders in groente en fruit voort. Om gezondheidsredenen moest hij stoppen met het bedrijf, waardoor de weg vrijkwam om zijn hart te volgen en het schilderen weer op te pakken. Hij woonde en werkte in Haigerloch in Zuidwest-Duitsland en overleed in 2019 op 88-jarige leeftijd. Het filmportret over de kunstenaar laat zijn werkomgeving zien. Een pad omhoog leidt naar de landelijk gelegen, vrijstaande woning van zijn familie. De entree is in de woonkamer waar de schilderijen dicht bij elkaar, naast, boven en onder elkaar hangen. Boven op een zolderkamer is het sfeervolle atelier waar ik de kunstenaar met zijn schilderstok en een fijn penseel aan het werk zie.
Ik neem je mee naar vier kunstwerken van Hurm, die mij in het bijzonder opvallen.
Op een schilderij met een groen golvend heuvellandschap staat op de voorgrond een rots die plots eindigt en overgaat in een wegdek dat wordt gesteund door twee pilaren. Er staan een paar mensen op die het landschap overzien. Ze staan gevaarlijk dicht bij de rand, alleen een hek met een rood-witte plank scheidt hen van de afgrond. Ze lijken zich niet bewust van het gevaar. Het weinige rood van het hek vormt een mooi contrast met het groene landschap. Als bezoeker kijk ik met de figuren mee. Deze voorgrond maakt het spannend en geeft het kunstwerk nog meer diepte.
Het kleine kunstwerk ‘Bad met pinguïn’ is ondergedompeld in de kleur blauw. Het lijkt op het interieur van een badhuis met kathedraalramen en heeft verschillende etages. Centraal in het schilderij loopt een trap van rechtsonder naar linksboven. Onderaan de trap zit een kleine man in monnikengewaad, devoot geknield. Links van hem een grote pinguïn met een lange jas en een groot helder oog, zijn snavel wijst naar de geknielde persoon. Op een verhoging daarachter zit en kleine kale man in zijn nakie. Hij loert naar twee badende, forse, roodharige dames aan de andere kant van de trap. Ze zijn met de rug naar de kijker toegekeerd. De dame vooraan staat met haar ontblote billen in een bassin. Achter haar staat een steltvogel met zijn puntige snavel gevaarlijk dicht bij haar. Beide kijken naar rechts. Op het plateau daarboven zit de andere vrouw met haar billen op de badrand, zij kijkt naar linksboven. In de opening van het venster boven haar is een kruis te zien, daaronder een tableau van een vis en een kruik. Een raadselachtig, mythisch verhaal met veel symboliek. Bevat de voorstelling een waarschuwing zoals bij de oude meesters in de schilderkunst? Geloof en seksualiteit? De deugden en de geneugten? De man links van de trap kijkt naar de wellustige dames. De trap kan het zinnebeeld zijn voor de brug van het geweten. Staat de steltvogel met gesloten oog symbool voor lust en de pinguïn voor inzicht en wijsheid vanwege zijn grote heldere oog?
Het werk ‘Twee bomen buiten de stad’ stelt de stad voor als een blokkendoos van op elkaar gestapelde huizen. De kleur wit is dominant. Aan weerszijden van het schilderij staan twee groene boomstammen die als flinke komkommers uit de grond oprijzen. Ze werken als een omlijsting net zoals in het schilderij op het affiche van de tentoonstelling waar ook twee bomen aan de zijkant staan. Dat geeft diepte en omsluit de ruimte. Op de voorgrond een straat met figuren, dieren en een kar. Verbazend hoe de ragfijne lijnen van de bestrating precies dezelfde kant op lopen. Met de loep zie ik dat het een panty is, waarvan de middennaad van de pantybroek precies door het midden van de straat loopt. Waarom al dat gepriegel terwijl het ook zo kan moet de kunstenaar gedacht hebben. Met deze wetenschap zie ik opeens meer kleine voorwerpen op het schilderij zoals verpakkingsmateriaal dat dienstdoet als een hekje. Later schilderde hij er weer omheen zodat het een geheel vormt.
Hij gebruikte wel vaker overwegend dezelfde kleur, waardoor het harmonieus oogt. Het schilderij ‘Het rode traptapijt’ heeft meerdere kleuren, maar het rood overheerst. Het rijk gedecoreerde trappenhuis heeft verschillende verdiepingen en is overdekt met patronen en structuren zoals in de rode traploper, het behang, de schilderijen en de kleding van de dames. Niets is onbewerkt gelaten. Links onderaan zie ik nog een personage dat het beeld instapt. Hij gebruikte vaak hardboard als ondergrond, zijn schilderijen hebben daardoor een glad oppervlak, het lijkt soms alsof de details erin zijn gekrast. Hij schilderde op klein formaat wat de taferelen nog intiemer maakt.
Een eigentijdse fijnschilder in de traditie van de oude meesters. Vanwege de gebruiksmaterialen die hij toepaste in zijn werk en zijn beeldtaal, heel uniek.
Reactie plaatsen
Reacties