De bruiloft te Kana
Het grootste schilderij in het Louvre is De bruiloft te Kana uit 1563 van Paolo Veronese (1528-1588), gemaakt in opdracht voor de refter van het klooster San Giorgio Maggiore in Venetië. In 1797 buit gemaakt door Napoleon voor zijn paleis het Louvre en doormidden gesneden voor transport. Het Louvre had vier jaar daarvoor een museale functie gekregen. Na de val van Napoleon werd de roofkunst teruggegeven aan de landen van herkomst, maar De Bruiloft te Kana bleef permanent in het Louvre hangen. Geplaatst in het Venetië van zijn tijd heeft Veronese de bruiloft gestoffeerd met 132 kleurrijke personages en een aantal portretten van vooraanstaande figuren. De groep muzikanten op de voorgrond zijn een zelfportret van de kunstenaar die de eerste viool speelt en drie van zijn Venetiaanse collega's onder wie Titiaan, met elkaar vormen zijn een ensemble hun samenwerking en rivaliteit onderstrepend. Voor de Italiaanse inquisitie moest de kunstenaar zich verantwoorden voor een aantal vermeende profane zaken in zijn schilderij.
Bescheidener van formaat, maar niet minder monumentaal is de iconische Mona Lisa uit ca. 1503 van Leonardo da Vinci (1452-1519), centraal gehangen in de Denon-vleugel van het museum tegenover de Bruiloft te Kana. Een stoet van bezoekers trekt langs deze schilderijen, er is dan ook geen sprake van om ze van dichtbij te kunnen bekijken. Wel levert het een mooi beeld op van bezoekers op de rug gezien die naar de bruiloftsgasten op het doek kijken. Op de rand van het schilderij lijken ze elkaar te ontmoeten, als getuigen betrokken bij het wonder van de verandering van het water in de wijn. Een vermenigvuldigingswonder van de eerste orde en bovendien Jezus eerste wonder tijdens zijn publieke optreden. Deze wijn bleek zo voortreffelijk te zijn dat men zich afvroeg waarom zoals gebruikelijk, de beste wijn niet het eerst was voorgezet. Later als het feest al verder was gevorderd en de gasten al wat hadden gedronken werd dan de minder goede wijn geschonken. In dit geval werd het beste bewaard voor het laatst. Niet alleen de wijn is vermenigvuldigd, maar ook het kunstwerk zelf. Op de oorspronkelijke plaats in de refter van het klooster San Giorgio Maggiore op het gelijknamige eiland, is in 2007 een kopie onthuld van exact dezelfde afmetingen, tot stand gekomen met behulp van een scan en digitale technieken.
Een ander imposant schilderij in het Louvre is De kroning van Napoleon I uit 1807 van de Franse politiek schilder Jacques-Louis David (1748-1825). Napoleon zelf gaf de opdracht voor dit werk dat een verslag geeft van de kroning in de Parijse Notre Dame in 1804. Hoewel De kroning van Maria de Medici van Rubens als artistiek voorbeeld diende, zijn er ook overeenkomsten met De bruiloft te Kana, zoals de maatvoering die vrijwel overeenkomt. Het neoclassicistische schilderij ademt een bijzonder sereen en ingetogen sfeer, alsof men de adem inhoud voor het schouwspel dat zich voltrekt en door Napoleon zelf in scene is gezet. Hij kroonde zichzelf en daarna zijn gemalin Josephine in het bijzijn van de paus. Het goudgeel verlichte neoklassieke decor was ook door hemzelf geënsceneerd. Het schilderij wordt bevolkt door 204 personen onder wie de schilder zelf. Deze drie schilderijen vormen het hart van de collectie van het Louvre.